Categorie archieven: Schrijfsels

CONVERSATIE – van een afstand gezien

B-Ik haat nationalisten.

T-Ik ook!

B-Een stelletje geitenbreiers is het toch.

T-Matennaaiers! Verraders!

B-Limbo’s? Bedoel je dat?

T-Veelal Limbo’s ja. Niet allemaal hoor. Veel.

B-Lokalo’s! Provincialen! Valse hechting!

T-Limburg als symptoom en als ultieme zondebok. Kent u de uitdrukking: in limbo zijn? Ik denk niet dat ze het vagevuur overleven.

B-Hoewel de hemel natuurlijk ook een grote ramp is…

T-Alleen jammer dat regio’s geen naties zijn. Toch komt het op hetzelfde neer.

B-…het goede vanuit lokaal oogpunt: een eeuwigdurend dan-heb-ik-zoiets-van-best-heel-goed-dat-wij-zijn-wie-we-zijn-gevoel. Kampioenen!

T-…alles is verantwoord, alles heeft diepgang en een doel. En op den duur komt dat zweven je echt mijlenver je keelgat uit. Goedertierenheid is een vloek.

B-De hele dag loopt zo’n Martin Luther King-figuur je aan je kop te zeiken!

T-Maar uiteindelijk zijn we allemaal alleen, dat staat vast, dat zeggen ze…

B-En die Gandhi dan!

T-Waarom niet inderdaad? Ook die gammele zak botten! Saai en doods.

B-Ascetische opblaaspop! Afvoerputje van het ideologisch riool! Lees verder CONVERSATIE – van een afstand gezien

Vergelding

Nieuwezijds Voorburgwal, Amsterdam, zaterdagnacht. Pratend, dronken in het duister lopen we – twee mooie jongedames en een jongeman, klein van stuk – als ons drie donkere figuren naderen. Ook zij zijn beneveld. Een van hen komt in botsing met een stilstaande auto. Ik hoor een ander zeggen: ,,Vanavond wil ik een Nederlands meisje pakken!” En tegen mijn vriendin, herhaaldelijk: ,,Ik ga je in je kontje neuken!” Ze komen akelig dichtbij. Ze zijn agressief. In mijn nobele naïviteit ga ik met gespreide armen tussen onze belagers en mijn gezelschap in staan. Lees verder Vergelding

Vrienden maken

Als we de Rotterdamse Oude Binnenweg inlopen zegt m’n meisje: ,,Volgens mij is dat daar een café voor iets minder rijke mensen.” Ik zeg okee. Het is vrijdagmiddag. We gaan biertjes drinken.

Ik was er al eerder langsgelopen, maar de plek was me nooit echt opgevallen. Voor de deur, op het terras dat uit een enkel bankje bestaat, zit een groep mensen die rechtstreeks uit een lekker ranzig  kraakpand lijkt te zijn gekropen. In 1983 dan. De gloriedagen van punk en drugs, zonder toekomst. Bomberjacks, kistjes, kapotte petjes, afgetrapte sneakers, vale tatoeages en wazige blikken. Ruw en doorleefd maar vrolijk alsof er inderdaad geen morgen is. Het moet nu gebeuren. Lees verder Vrienden maken

Manke stadsvriend

Waar zijn al je woorden gebleven, manke stadsvriend? Opnieuw leren denken, opnieuw leren formuleren. Uit het slijk van trage dagen treden om weer tot leven te komen, om weer te proeven van de dag. Zonder zelfbeklag, ai, maar dat is lastig, zelfs voor iemand met zo’n dikke huid als die van jou, manke stadsvriend. En zonder gemeenplaatsen, ai, een welhaast onmogelijke taak m’n waarde. Simpele taken kunnen zo zwaar wegen, ach, arm kind, aan de grillen van het duister overgeleverd, zwalkend tussen de afgrond van gelatenheid en oplichtende oplevingen.

Vastgeklonken aan de stad. Zoveel gebeurtenissen dat niets meer opvalt. Gebeurtenisseninflatie. Kijk maar uit je raam, je zult het zien. Een brij van hopeloos voortploeterende mensen, arme mensen, spuwend op het medelijden dat ze wordt toegeschoven uit duistere hoeken, en toch tevreden met de korsten brood die volgen. Je ziet hun haat en hun geluk, het volgt elkaar te snel op, en jij, manke stadsvriend, je ziet het aan, en je wenste dat je, al was het maar voor een dag, weer die haat en dat geluk kon voelen, zo onbevangen. Om, al was het maar voor een dag, je werkelijk zo met iets verbonden te voelen dat de gevoelens vanzelf kwamen, oncontroleerbaar, om te schuimbekken, om een traan te laten…

Nee!

Stop daar onmiddelijk mee! Sentimentele zak. Sentimentaliteit, dat is als je ergens niets om geeft, om het dan toch te doen voorkomen dat het je zeer aan het hart gaat. Het is ook wel dat je eigenlijk uitgeblust bent, maar dat je dan toch nog terugverlangt naar allerlei gevoelens en sensaties, en dat je dan eigenlijk heel pathetisch overkomt. Of ook wel dat je over dingen praat op zo’n rtl4 manier. Maar daar ben je nog veel te jong voor. Daarom sommeer ik je om daar onmiddelijk mee te stoppen. Als je zo’n bikkelharde, strenge jaren vijftig vader had gehad, dan had hij je nu een zwakkeling genoemd. En dan was je heel boos geworden, omdat je wist dat hij ondanks de onredelijkheid van zijn woorden gelijk had. Wat het natuurlijk alleen maar erger maakt. Er is bijna niets frustrerender dan boos zijn op iemand die gelijk heeft. Want toegeven kan niet.

Trek je broek op, je handen aan je mond, en hef een gezang aan om de geesten te bezweren, als een sjamaan, een duivelsuitdrijver, hef een gezang aan dat met kristallen scherpte demonen splijt, een gezang dat wolken doet vluchten en licht doet regenen, laat opnieuw een zon je pad belichten en negeer de religieuze associaties, het waren de religies immers die onze metaforen stalen, we nemen ze slechts terug uit de handen van de godsvruchtigen, deze beelden komen ons toe, dus werp af je schroom en hef aan je gezang… het komt ons toe.