Nihilisme en muziek

Voor iemand die zich meer en meer de gewoonte eigen maakt te luisteren naar duister-agressieve muzikale uitspattingen die worden geproduceerd door mensen die met de werkelijkheid zoals die zich aan hen manifesteert weinig op hebben, kan het zo nu en dan verfrissend werken het oor weer eens te luisteren te leggen bij toonkunstenaars met meer affirmatieve karaktertrekken. Als ook daar waarheid kan worden gevonden, dan is nog niet alles verloren.

Levensbevestigende muziek – in het idioom van de verstokte liefhebber van grimmige genres klinkt het welhaast als een belediging van de goede smaak. Vol als hij is van een concept als ’transgressie in de kunst’, is het idee van een relatief veilige, niet-aanstootgevende artistieke weergave van een fundamenteel geaccepteerde, als onafwendbaar ervaren realiteit hem vreemd. Adorno’s vingerwijzingen omtrent de kunstpraktijk zijn in zijn bewustzijn gegrift. Geen werk zal loutere bevestiging zijn, altijd zal het wringen en tegen de haren in strijken. Voor sentiment in wat voor vorm ook is geen plek meer. ‘Je gevoelens uiten’, dat doe je maar in je vrije tijd.

Enter Donny Hathaway. Geheel onbedoeld en vooral onvoorbereid komt deze nihilist diens plaat Everything is Everything tegen, download hem netjes zonder te betalen (hij pleegde in 1979 al zelfmoord), en staat subiet perplex van de rauwe eerlijkheid die daar voor het nageslacht is opgenomen. Het nummer Je vous aime (I love you), bijvoorbeeld, behelst in feite niets meer dan deze consequent herhaalde aanroep – ik hou van jou. Maar jezus, het komt aan. Kunstopvattingen vervliegen ter plekke en maken plaats voor een hernieuwde waardering voor de persoonlijke hartenkreet.

Een klaagzang op een bepaald ongewenst element van een bestaande werkelijkheid is in feite een bevestiging van die werkelijkheid. Anders dan bij de inherent irrationele boze afwijzing van de realiteit die bij de grimmige genres van doorslaggevend belang is, accepteert iemand als Donny Hathaway de realiteit in totaliteit (iets dat wellicht door zijn zelfmoord wordt tegengesproken; het gaat hier niet om zijn leven, sorry). Het zijn slechts aspecten ervan, het door en door persoonlijke, die aan emotioneel onderzoek onderhevig zijn. Tegelijkertijd wordt dit meest persoonlijke weer op zo’n algemeen niveau getild, dat iedere argeloze luisteraar erin wordt gezogen, als was het zijn persoonlijke ervaring.

Fellini zei al: het meest persoonlijke is het meest universele. Regisseur en muzikant staan hier op een lijn. Alle kunst kan zich onder deze vlag verenigen. Het zijn de opvattingen, de niches die zichzelf tot uitzondering maken, die onze nihilist tot paria maken. Hij doet het zelf, natuurlijk. Maar zonder ideologie, zonder theoretisch raamwerk, genoot hij met de gedachtelozen van alle kunst. Ongeacht stroming of contextuele vernuftigheid. Hier spreekt het universeel menselijke dat een publiek tot deelgenoot maakt, dat een publiek toont wat het is om in deze, onze enige werkelijkheid te leven en te lijden. Hier spreekt een waarheid die in een postmoderne negatie nooit kan worden bewerkstelligd. In die harteloze wereld wordt geen onderscheid meer gemaakt. En juist dit hoogst persoonlijke onderscheid is wat ons soms weer mens laat voelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *